Je kunt je niet meer aanmelden. Aanmelden voor herstel kon t/m 31 december 2023.
Onderstaande informatie is bedoeld voor mensen die al in het proces zitten.
Herstelproces
Wanneer jij jezelf op tijd hebt aangemeld, voor 31 december 2023, dan is herstel toeslagen binnen 6 maanden de eerste toets gestart. Je hebt dan een brief ontvangen waarin zij jouw aanmelding bevestigden. Hoe het hele proces verloopt
lees je hier.
Brede Ondersteuning
Tienduizenden ouders, kinderen van gedupeerde ouders, ex-toeslagpartners en nabestaanden zijn getroffen door de problemen met de kinderopvangtoeslag. De Belastingdienst/Toeslagen compenseert hen financieel. Maar voor wie in de problemen
is geraakt, is dat niet altijd voldoende. Er kunnen problemen zijn ontstaan rondom huisvesting, schulden, inkomen, zorg en het gezin. Gemeenten bieden daarom ondersteuning op 5 leefgebieden (financiën, wonen, zorg, gezin en werk) om
een nieuwe start voor gedupeerden mogelijk te kunnen maken.
Caribisch Nederland
Woon je in 1 van de Caribische landen van het Koninkrijk? Dan kun je niet terecht bij de gemeente. Je kunt voor hulp en ondersteuning terecht bij de Belastingdienst Caribisch Nederland
.
‘Het is superfijn dat er allerlei herstelmogelijkheden zijn, maar ik snap het soms gewoon niet. Ik merk dat ik steeds meer een soort ‘black-out’krijg als iemand mij een procedure of werkwijze uitlegt. Ik voel dan zo’n boosheid en verdriet, dat ik niet meer hoor wat er gezegd wordt.’
Nieuws uit de hersteloperatie
Laatste update 08-10-2024 | Nieuwsbericht
Inmiddels heeft 87% van de erkend gedupeerde ouders de integrale beoordeling doorlopen. Dat betekent dat zij met rente het onterecht terugbetaalde bedrag en een emotionele schadeschadevergoeding hebben ontvangen. Zij hebben € 30.000 ontvangen,
hun schulden zijn aangepakt en gezinnen kunnen terecht bij de gemeente voor ondersteuning om hun leven weer op de rit te krijgen. Daarnaast hebben bijna alle kinderen het bedrag van de kindregeling ontvangen.
Factsheet schaderoutes hersteloperatie toeslagen
Het kabinet werkt aan een complementair stelsel van schadeafwikkeling voor gedupeerden van de toeslagenaffaire. Het aanbod voorziet in verschillende behoeftes van gedupeerden met variaties in schade en met verschillende wensen over de
wijze van afhandelen en de snelheid daarvan. Hieronder zijn de schaderoutes schematisch weergegeven met in het bruin de actieve schaderoute-pilots. Vanwege de pilot-status is deze factsheet onder voorbehoud van wijzigingen.
Veranderen, is zoeken. Proberen. En die zoektocht kan niet plaatsvinden als je moet strijden als ouder. Of moet overleven. Procesbegeleider Gijs Haanschoten over herstel van gedupeerde ouders: “Bij herstel hoort onzekerheid en ook het accepteren van een terugslag. De oplossingen vind je in de overgang. Dat is onrustig, maar zo gaat het wel.”
Je werkte al jaren met mensen die in armoede leefden. Veranderde je kennis en inzichten daaromtrent toch door het werk bij Het Ondersteuningsteam?
“Wat armoede met een mens doet, is heel persoonlijk. Want er zijn mensen met een heel kleine beurs die een prettig leven kunnen leiden. Armoede ondermijnt je pas echt als de mogelijkheden om mee te doen in de samenleving steeds verder worden dichtgetimmerd. En dat overkwam de gedupeerden van de toeslagenaffaire keer op keer. Doordat ze werden gepositioneerd als fraudeur werden alle wegen naar oplossingen versperd. Zelfs de schuldsanering werd ontoegankelijk. De overheid die als vangnet moet fungeren, verergerde de problemen en sneed de toegang tot hulp af. De toeslagaffaire zaagde aan de stoelpoten van bestaanszekerheid.”
Heeft je werk bij het Ondersteuningsteam je blik op het systeem veranderd?
“Ja, toch wel. Ik werkte altijd met het credo alles in Nederland is op te lossen. Maar daar ben ik voorzichtiger in geworden. Niet voor deze ouders in elk geval. Toen zij ‘rock bottom’ zaten, gaf het systeem ze geen enkele uitweg uit de gecreëerde situatie. De staat zelf was de grootste bedreiging geworden. De kloof tussen iemands eigen leven en de wereld van het systeem werd steeds groter. Schulden, armoede en trauma wordt ondraaglijk als er geen oplossingen zijn en er geen enkel vangnet meer is dat jou helpt.”
Wat gebeurt er als je als mens geen ruimte krijgt om terug te veren?
“Als je niet naar oplossingen kunt zoeken, kom je in de overlevingsstand te staan. Deze ouders leven door de enorme financiële stress met de dag en verliezen daardoor het zicht op de toekomst. Ze moesten en moeten vechten voor hun bestaansrecht. Dat maakt de relatie met zorg- of hulpverleners ook zo moeilijk, omdat je steeds dieper getraumatiseerd raakt door je strijd tegen hoogopgeleide personen die jouw problemen soms verergeren.”
Extra pijnlijk: ouders kregen soms wel hulp, maar het was hulp die niet hielp.
“Ik ondersteun een moeder waar ik laatst vijfentwintig hulpverleners telde die om haar heen stonden. Mensen van Veilig Thuis, jeugdbescherming, politie, dat is de jeugdbescherming, de gemeente … Allemaal mensen die aan het gezin duwen en trekken. Los van het feit dat zij en haar kinderen veel, heel veel, uitdagingen hebben, is het totaal niet realistisch dat al die professionals iets voor haar kunnen betekenen. De verwachting lijkt te zijn dat zij de veelheid aan specialistische professionals aan elkaar verbindt, maar zij is door het overleven daartoe niet instaat. En wie wel, in alle eerlijkheid? Uit die frustratie gaat deze moeder als een woeste krijger tekeer tegen alles en iedereen. Het enige wat ik dus doe als ik bij haar ben, is luisteren. Ik blijf naast haar zitten. Het kostte de eerste keer een paar uur voordat ze was uitgeraasd en ‘voorbij’ haar frustraties was. En de tweede keer, begon dat gewoon weer overnieuw. Toch komen we steeds sneller op het punt dat we kunnen praten. En dan pas komt er een rustpunt. Die rust is het startpunt om elkaar te snappen en waarop hulp, die zij zelf ziet als helpend, kan aanhaken.”
Als procesbegeleider ondersteun je alleen de ouder. Je bent niet verantwoordelijk voor de gevolgen op het gebied van bijvoorbeeld de veiligheid. Een van die hulpverleners kan nu denken: makkelijk praten …
“Klopt. Toch denk ik dat luisteren essentieel is. Veel hulpverleners werken vanuit een afgebakende opdracht en pakken een deel van het probleem op. Zo focust jeugdbescherming zich op die veiligheid van het kind. Die hyperfocus is begrijpelijk, maar niet helpend als je kijkt naar het geheel. Want vanuit die gedachte ligt de schuldvraag bij het individu en niet bij de context van het systeem. Ik hoop dat we steeds meer holistisch gaan kijken; wat zijn alle factoren die op dat gezin inwerken en wat is de geschiedenis van de gezinsdynamiek? Wat zijn de interventies die mogelijk zijn? Wat is haalbaar? Waar liggen de grenzen van een ouder? Je kunt niet de complexiteit opzijschuiven en alleen aan de gang met ‘jouw’ stukje. Dus pas als mensen voelen dat alles van hen gehoord wordt, ontstaat zicht op de angel van de problemen. Pas dan is er verandering mogelijk.”
We verwachten vaak van een ouder dat hij of zij met een hulpverlener een stijgende lijn oppakt.
“Ook dat is een denkfout. Het brein van persoon die in de overlevingsstand staat, werkt als een oude telefoon die je te veel opdrachten geeft. Alles blokkeert. Voor perspectief op de langere termijn is denkruimte nodig en is het zoeken naar rust door de meest urgente zaken weg te nemen een voorwaarde. Daarna moeten we niet bang zijn dingen te proberen, ook dingen die kunnen mislukken. Want onze tweede reflex is dat alle hulp moet lukken. Maar bij een herstelperiode hoort onzekerheid en het accepteren van een terugslag. In die zin hoort onrust bij herstel. Ieder mens moet zijn of haar eigen stappen zetten. Niemand doet alles in een keer goed. Dat moeten we verdragen, anders kom je nooit bij een solide basis dat ouders op eigen kracht verder kunnen.”
Er is geen recept voor goede hulp …
“Een proces om te veranderen, is een zoekproces. En de verandering zit in de tussenruimte. We zijn geneigd hulp te classificeren als gelukt of mislukt. Maar, de muren tussen lukken en mislukken zijn hoog, of worden voor mensen steeds hoger gemaakt. Mensen kunnen alleen veranderen door proberen. De oplossingen vind je dus in de overgang. Dat is onrustig voor de hulpverlening, maar zo gaat het wel.”
Onrust is in bepaalde mate dus helpend?
“Uit rust en stabiliteit voor de hulpverlener ontstaat beheersbaarheid, maar geen verandering. De status quo die je krijgt met rust belemmert dus vooral de kans op positieve verandering voor de ouder en het gezin.”
Wat vraagt een verandering dan wel?
“Een fase van onrust, om een sprong in het diepe. En dat is ongemakkelijk en spannend. In ons werk voor het Ondersteuningsteam zijn wij daarom bezig met de tussenruimte, tussen de status quo en mogelijk herstel. Een tussenruimte waarin niets zeker is en de beheersbaarheid minder is, maar die nodig om tot een nieuwe situatie van herstel te kunnen komen. Voor de samenleving als geheel hoop ik dat wij ook bijdragen aan het geven van een plek aan ongemak. Hoe verruimen wij de stadsmuren van onze samenleving zo dat er meer mensen met hun diversiteit van levenswijzen in passen en minder erbuiten vallen? Volgens mij maken we de zorg daarmee weer betaalbaar.”
Wat zou je de Gijs van tien jaar geleden willen leren?
“Ik werkte toen voor mensen met problematische schulden en multi-problematiek door het inzetten van vrijwilligers. Ik zou nu zeggen: breng sneller het formele en informele netwerk bij elkaar. Want alleen samen versterk je elkaars specialismen en inzet en voorkom je dat de persoon in kwestie zijn eigen crisismanager moet zijn.”
Intense armoede, diepe sporen van wantrouwen en inefficiënte samenwerking in de keten: dit is wat de zorgprofessionals in het Ondersteuningsteam aantroffen toen zij startten met hun opdracht. Het zorgde voor twijfel aan alles wat zij dachten te weten en te kunnen doen in de jeugdzorg. Het team, dat bestond uit diverse ervaren professionals, wist één ding zeker: het moest anders. Maar hoe? Pas op het moment dat zij deze vraag durfde te stellen en zichzelf toe stonden om te twijfelen, werd duidelijk wat er veranderd kon worden in benadering, houding, denkpatronen en werkwijzes om ouders en kinderen beter te ondersteunen. Juist door die twijfel wist het team doorbraken te forceren in vastgelopen processen en contactherstel in gezinnen. Wat zijn die twijfelmomenten die het werk en aanpak deden kantelen?